Literaire bouwstenen van een verfilmd verhaal: Verwerkingsoefening - Campus Nederlands 2

Deze Bookwidgets gaat over de literaire bouwstenen van een verfilmd verhaal. Het materiaal sluit aan bij het leerwerkboek plus, meerbepaald bij de leerstof uit deel 2, les 19. 

Beginsituatie

• De leerlingen kennen beschrijvend, opsommend, chronologisch en vergelijkend tekstverband.
• De leerlingen weten welke woordsoorten in het beschrijvend verband worden gebruikt (naamwoorden, concrete en nauwkeurige werkwoorden ... )
• De leerlingen kennen het onderscheid tussen fictie en non-fictie.
• De leerlingen kennen verschillende tekstvormen, zoals (jeugd)boek, film, recensie...
  • Aan de hand van de kaders in het werkboek en een schema worden de begrippen personage (hoofdpersonage, tegenspeler, nevenpersonages), tijd en ruimte uitgelegd.
  • De leerlingen kijken vervolgens de film Matilda uit 1996. Bij het kijken noteren ze in een soort brainstorm alles wat hen opvalt aan personages, tijd en ruimte (ze gebruiken hiervoor beschrijvend en opsommend verband).
  • Vervolgens maken de leerlingen de Bookwidgetsoefening waarbij ook een leesfragment uit het boek van Roald Dahl aangeboden wordt. 
  • De leerlingen beantwoorden vragen over de literaire bouwstenen, maken een vergelijking tussen het fragment uit het boek en hoe het in de film in scène is gezet (ze gebruiken hiervoor het vergelijkend verband).